Maak kennis met onze provinciale voorzitters

Nico Luyten

Werken aan een 'observatorium', een orgaan dat statistisch materiaal rond het architectenberoep en de Orde samenbrengt en publiek beschikbaar stelt

Nico Luyten, voorzitter provinciale raad Antwerpen

Nico Luyten - Antwerpen

Kort iets over jezelf.

Ik ben de vijfde vennoot van ASSAR Architects, één van de grootste - zo niet het grootste - architectenbureaus van het land, met 25 vennoten en 140 medewerkers en vestigingen in Brussel, Antwerpen, Luik, Luxemburg en Parijs. Binnen deze vennootschap ben ik vooral verantwoordelijk voor het bedrijfsbeheer (wettelijke randvoorwaarden, verzekeringen, claims,… ) en de niet-commerciële relaties (met beroepsorganisaties, Orde, overheden…). Tot 2020 was ik als stichter en zaakvoerder van de Antwerpse vestiging (LLOX architecten), voornamelijk actief in de architectuur van de gezondheid- en zachte sector. Verder hoop ik een leven te leiden dat verontschuldigd kan worden, zonder te drukken, noch op mijzelf, noch op anderen.

Waarom heb je gekozen voor het voorzitterschap?

Het vorige mandaat (van 2021-2023 was hij ook al Antwerps voorzitter, red.) was dit uit curiositeit en plichtsbesef. Het huidige mandaat is dit ook uit overtuiging en plezier. Kunnen wegen op de praktische werking van een provinciale raad en dus op de dienstverlening is motiverend. Nadenken over ethiek en zeer praktisch en organisch daarmee moeten omgaan is een zinvolle en uiterst boeiende (neven)activiteit.

Wat zijn je ambities; wat wil je als voorzitter aanpakken/veranderen tijdens dit mandaat? 

In Antwerpen lijkt de praktische organisatie nu goed te draaien, dankzij waardevolle medewerkers en een – eindelijk – volledig administratief kader. Ook mijn medemandatarissen lijken mij de materie goed te beheersen en een efficiënt team te vormen. Dus ik hoop dat ik mij tijdens dit mandaat meer vrij kan maken voor enkele uitdagingen buiten het provinciaal kader. Ik koos een aantal zeer concrete strijdtonelen, met als ambitie minstens een derde ervan tot een concreet einde te brengen:

  • Werken aan een orgaan dat statistisch materiaal rond het architectenberoep en de Orde samenbrengt en publiek beschikbaar stelt (overheidsopdrachten, vergoedingen stagiairs, duur bouwaanvragen, aantal opvolgingsdossiers…..). Een 'observatorium' dat de middelen aanreikt om veranderingen te begeleiden.
  • Een module voor overheidsopdrachten in het leven roepen. 
  • Een methodologie uitwerken om in concrete dossiers de druk te verhogen en een aanspreekpunt opbouwen rond dit thema.
  • Werken aan een betere controle van de verzekeringen van de collega’s. Overleg met de verzekeraars, de mogelijkheden blijven aftoetsen van een verzekering via de Orde, algemene bepalingen. Ook met een aanspreekpunt.
  • Deontologische uitspraken formuleren rond onverenigbaarheid, onafhankelijkheid en verplichte verzekering.
  • Het overleg (terug) op gang brengen tussen de ordes van architecten, artsen, apothekers en advocaten. Informatie uitwisselen, gemeenschappelijke strijdpunten bepalen, …
  • Overleg tussen Orde, beroepsorganisaties, college stage, werkgevers, werknemers en stagiairs rond de vergoeding van medewerkers/stagiairs.
  • Onderzoeken hoe een statuut van architect medewerker terug kan worden ingevoerd.

Wat zijn de grootste uitdagingen waar de architect voor staat en waar liggen de grootste opportuniteiten?

De grootste uitdagingen zijn wat mij betreft: de rentabiliteit van het beroep verbeteren zonder toe te geven aan de sterke ethische randvoorwaarden, onze rol van openbaar belang doen aansluiten bij onze commerciële belangen en onze medewerkers kunnen vergoeden op een sociaal meer verantwoorde wijze.
De grootste opportuniteiten liggen in de vele waardevolle mensen met wie ik dagdagelijks samenwerk, zowel binnen de Orde als daarbuiten. Maar ook, en dit is best provocatief bedoeld, in het slinkend aantal confraters. Het beroep zal zeker meer gewaardeerd worden, ook financieel, als de uitoefenaars zeldzamer worden … 
 

De creativiteit van de architect moet terug de overhand krijgen

Peter Ketsman, voorzitter provinciale raad Limburg

Peter Ketsman - Limburg

Kort iets over jezelf.

Ik ben vader van een zoon en dochter, gehuwd en zelfstandig architect. Als zaakvoerder van een eenmansvennootschap, Ontwerpburo Archedea, behoor ik tot het wellicht uitstervende ras van kleine zelfstandige, alleen-werkende architecten. Het soort architecten waarbij de work-lifebalance te hard overhelt in de richting work. Zonder passie voor het beroep zou dit uiteraard niet mogelijk zijn. Binnen die context is het niet vanzelfsprekend om tijd vrij te maken voor een opdracht als deze. Ik beschouw het echter als een opportuniteit om iets te betekenen voor het beroep en de beroepsgroep en kan daarbij putten uit een ruime ervaring. 

Waarom heb je gekozen voor het voorzitterschap?

Het voorzitterschap biedt een uitgelezen mogelijkheid in contact te staan met de architecten in onze provincie en de belangen van ons erg onder druk staande beroep te behartigen. Naast de voeling – die ik zelf helaas ondervind – met de pijnpunten, laat het ook toe voeling te krijgen met de ervaringen van confraters en met die insteek een bijdrage te leveren tot het beleid.

Wat zijn je ambities; wat wil je als voorzitter aanpakken/veranderen tijdens dit mandaat?

Het is noodzakelijk dat er, vanuit de concrete ervaringen in het werkveld, een update komt van de verouderde omschrijving van de taken van de architect. Een aanpassing aan de evolutie van onze samenleving. Een verandering waarbij de lasten, die nu nog op onze schouders rusten, breder gedragen worden, door meerdere participanten. Een verandering waarbij de creativiteit van de architect terug de overhand krijgt boven de almaar toenemende administratieve druk en zo zorgt voor meer arbeidsvreugde.

Wat zijn de grootste uitdagingen waar de architect voor staat en waar liggen de grootste opportuniteiten?

Een modernisering dringt zich op, waarbij architecten beter kunnen inspelen op de realiteit. Daarvoor is het noodzakelijk dat we tot erelonen komen die overeenstemming zijn met de eer en waardigheid van het beroep. Dat impliceert ook een betere profilering van het beroep in de media. Het beklemtonen van het belang voor het uitwerken van innovatieve concepten in het kader van de enorme uitdagingen waarvoor de wereld vandaag staat. Denk aan kwesties als de klimaatverandering, milieueffecten (met aandacht voor duurzaamheid en circulariteit, …), de aanpasbaarheid aan voortdurend veranderende maatschappelijke behoeften, het optimaliseren en flexibeler benutten van ruimte, ... 

Ook is het van belang de oude onverenigbaarheden in vraag te stellen, zoals deze tussen architect en aannemer, de onafhankelijkheid van architecten binnen samenwerkingsverbanden, en om nieuwe mogelijkheden te bieden die toelaten innovatieve ontwerppraktijken te ontwikkelen.

Op het einde van de dag doen we de job ook om onze boterham te verdienen, en liefst met toch wat beleg erop

Thibault Ryckebosch, voorzitter provinciale raad Oost-Vlaanderen

Thibault Ryckebosch - Oost-Vlaanderen

Kort iets over jezelf.

Na mijn studies ingenieur-architect in Gent, heb ik mijn stage doorlopen en vervolgens eigen werk gecombineerd met de job van projectarchitect in Kortrijk. Een tiental jaar terug ben ik voluit gegaan voor een eigen praktijk in Nazareth. Vorig jaar ben ik opgestapt op tram 4. Ik ben gehuwd met Annelies en de trotse vader van Louise en Viktor.

Waarom heb je gekozen voor het voorzitterschap?

De voorbije drie jaar als ondervoorzitter, met het goede voorbeeld van Piet Kerckhof als voorzitter, overtuigden me. Ook wetende dat ik ondersteund zou worden door een team fijne medewerkers – Femke, Isabo, Kirsten en intussen ook Célina – en door een ploeg geëngageerde mandatarissen, met een goeie mix van jong en ervaren.

Wat zijn je ambities; wat wil je als voorzitter aanpakken/veranderen tijdens dit mandaat?

Nu we in Oost-Vlaanderen stilaan weer op toerental draaien, wil ik met de communicatie naar onze architecten een versnelling hoger schakelen. Open vertellen wat we als provinciale raad allemaal doen. En van daaruit verder toenadering zoeken, ook door te luisteren, om op het einde van de rit dichter bij ons korps te staan.

Wat zijn de grootste uitdagingen waar de architect voor staat en waar liggen de grootste opportuniteiten?

Hoe mooi ons beroep soms ook wordt voorgesteld, op het einde van de dag doen we de job ook om onze boterham te verdienen, en liefst met toch wat beleg erop. 

Elk initiatief dat daartoe bijdraagt, verdient ondersteuning. Een correcte verloning biedt immers potentieel voor verdere professionalisering, betere vergoedingen voor stagairs en medewerkers, sterkere positionering, … en uiteindelijk tot een hechter en krachtiger architectenkorps, waar Orde en beroepsverenigingen schouder aan schouder staan.

Anton Draye

De perceptie van de Orde naar de buitenwereld kan een heel stuk beter

Anton Draye, voorzitter provinciale raad Vlaams-Brabant en Brussel-Hoofdstad

Anton Draye - Vlaams-Brabant en Brussel-Hoofdstad

Kort iets over jezelf.

Lange tijd ben ik projectarchitect geweest bij Lava Architecten, waar ik hoofdzakelijk werkte op overheidsopdrachten. Daarnaast werkte ik steeds aan eigen projecten die eerder residentieel waren. Ongeveer drie jaar geleden richtte ik "Parol Architecten” op samen met een collega. Sinds vier jaar ben ik actief betrokken bij de Orde van Architecten.

Waarom heb je gekozen voor het voorzitterschap?

Mijn eerste mandaatperiode als secretaris voor Vlaams-Brabant vond ik het aangenaam samenwerken met de collega’s. Diezelfde lijn wilde ik graag doortrekken. Het voorzitterschap was geen must daarvoor, maar een taak die ik graag wou uitvoeren in een goed teamverband. 

Wat zijn je ambities; wat wil je als voorzitter aanpakken/veranderen tijdens dit mandaat?

In de provinciale werking moet er hoofdzakelijk veel praktisch werk uitgevoerd worden. Op sommige punten kan het misschien beter qua efficiëntie en tijdswinst. Door goed samen te werken met de personeelsleden, lijkt het mij mogelijk om soms wat korter op de bal te spelen en te vermijden dat bepaalde vragen en dossiers lang aanslepen. Ook de perceptie van de Orde naar de buitenwereld kan een heel stuk beter. Eigenlijk weten veel architecten niet wat het takenpakket van de Orde juist inhoudt. Als voorzitter mag ik nu ook zetelen in de Vlaamse Raad en heb ik al gemerkt dat er veel wilskracht is om samen te werken, en te luisteren naar de kritiek die op de Orde gegeven wordt. Ik hoop dat we hieruit positieve resultaten kunnen halen.

Wat zijn de grootste uitdagingen waar de architect voor staat en waar liggen de grootste opportuniteiten?

Het werk van de architect blijft toenemen door nieuwe regelgevingen en normen. De Orde kan een belangrijke taak spelen om het takenpakket en de verantwoordelijkheden te beschermen. Ongetwijfeld moet hier goed samengewerkt worden met de beroepsverenigingen, want zij kunnen op technisch vlak dieper ingaan op de inhoud. En vooral dat samenwerken zal zeer belangrijk zijn om eensgezind naar de buitenwereld te kunnen treden en vanuit onze hele sector ons beroep te moderniseren.

We moeten ons steeds complexer wordend beroep rendabel houden, zonder in te boeten aan creativiteit

Elise Kerckhof, voorzitter provinciale raad West-Vlaanderen

Elise Kerckhof - West-Vlaanderen

Kort iets over jezelf.

Ik ben bestuurder van Twee Twaalf, een hecht team interieurarchitecten, ingenieur–architecten en architecten. We hebben slechts één voorwaarde voor alle opdrachten die we doen: we moeten onze rol als creatieve, technisch geschoolde, out-of-the-box denkende partner kunnen spelen in alle vertrouwen en appreciatie. Daarnaast heb ik een tweede bedrijfje, FAM, dat pole-workouts combineert met een gezonde lunch of ontbijt en coworking spaces voorziet voor ondernemende vrouwen. Ik ben sinds vier jaar aangesloten bij de Orde van Architecten, en gedurende die vier jaar ook voorzitter van de provinciale raad West-Vlaanderen.

Ik ben de vrouw van Tim, mama van Lucie en Babette, kattenbakververser van Polly en heb ik een felgeel karakter – om het kort en bondig te zeggen in de kleurentaal van Insights.

Waarom heb je gekozen voor het voorzitterschap?

Mijn kandidatuur voor de Orde kwam er door de overredingskracht van mijn voorganger, Jan Tyvaert. De rol als voorzitter (in 2021) is er simpelweg gekomen omdat mijn mede-verkozenen instemden met Jans voorstel om degene met het meeste stemmen tot voorzitter te benoemen.

Na drie jaar als voorzitter, werden de rollen geëvalueerd, en dan heb ik wel intern uitgesproken dat ik in de stoel wou blijven zitten. Na drie jaar heb je pas echt de werking van de Orde goed door. En ik denk dat mijn daadkrachtige en extraverte karakter past bij de bruggen die voorzitters slaan over de provincies heen, tussen de provincies onderling en naar het Vlaamse niveau.

Wat zijn je ambities; wat wil je als voorzitter aanpakken/veranderen tijdens dit mandaat?

Het dagdagelijkse werk wordt gedaan door de geoliede machine die ons secretariaat is, en ook de taakverdelingen onder de mandatarissen onderling is mooi en in samenspraak verdeeld. Hier en daar heb ik wel kleine administratieve aanpassingen ingevoerd om het werk nog efficiënter te laten verlopen. Nu dit goed loopt, wil ik mijn pijlen nog meer richten op het strategische en informatieve luik. Zo zetel ik in het college Deontologie, die problematieken rond statuten, tuchtrechtspraak en andere bespreekt en concrete actiepunten doorgeeft naar de Vlaamse Raad. 

Tenslotte probeer ik bij netwerkevents en gerichte contacten confraters te informeren over de Orde, omdat de frustraties heel vaak voortspruiten uit verkeerde verwachtingen. Voor de rest pas ik de verdeel-en-heerstactiek toe onder de mandatarissen van West-Vlaanderen. We hebben er helemaal niets aan dat ik alle ballen in de lucht hou, het is beter dat ieder van ons zich in de diepte kan focussen op thema’s als erelonen, verzekeringen en overheidsopdrachten, waarvoor werkgroepen worden opgericht.

Wat zijn de grootste uitdagingen waar de architect voor staat en waar liggen de grootste opportuniteiten?

De grootste uitdaging is ons steeds complexer wordend beroep rendabel houden, zonder in te boeten aan creativiteit. In West-Vlaanderen geven we dit bottom-up mee met de stagiairs en wapenen we hen tegen stagemeesters die hen als goedkope werkkrachten zien. Op Vlaams niveau worden er werkgroepen opgericht om dergelijke problematieken aan te kaarten, maar we moeten met onze bevindingen aan de slag gaan. We moeten in overleg met de beroepsverenigingen, actiepunten distilleren en hierover naar de buitenwereld communiceren.

Persoonlijk wacht ik niet op dergelijke waardevolle acties, maar zie ik mezelf als ondernemer, die haar bedrijf stuurt en bijstuurt in een woelige economie.  Want daar ligt onze grootste opportuniteit: we zijn probleemoplossers, creatieve denkers, kameleons. We kunnen onszelf heruitvinden en vermarkten, en we kunnen de ogen openen voor gaten in de (ver)bouwmarkt.

Laatste aanpassing: .