BWRO - Grondwettelijk Hof schrapt bepalingen rond effectenonderzoek parkeerplaatsen

Het Grondwettelijk Hof heeft donderdag 21 januari een bepaling uit het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening vernietigd, die betrekking had op de effectenrapportering voor parkeerplaatsen. Het Hof meent dat er sprake is van een "aanzienlijke achteruitgang van het recht op de bescherming van een gezond leefmilieu".

Door de hervorming van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening (BWRO), die in 2017 werd goedgekeurd, zijn parkings met 201 tot 400 parkeerplaatsen niet langer onderworpen aan een effectenstudie, maar aan een effectenrapport. De effectenstudie wordt uitgevoerd door een erkende opdrachthouder, natuurlijke persoon of rechtspersoon en staat onder supervisie van een begeleidingscomité, dat beslist wanneer de studie voltooid is.

Een effectenrapport wordt opgesteld door een 'bevoegd expert'. In de ordonnantie wordt niet gepreciseerd welke de bekwaamheden van de expert moeten zijn, aldus het Grondwettelijk Hof, dat erop wijst dat die expert niet gesuperviseerd wordt door een begeleidingscomité. "Niets waarborgt daarenboven zijn onafhankelijkheid ten opzichte van de opdrachtgever", luidt het arrest nog.

Voor het Hof biedt de procedure van het effectenrapport niet dezelfde waarborgen als de effectenstudie. Daarnaast wordt in de hervorming ook de capaciteit van de projecten voor parkings die aan een effectenstudie moeten worden onderworpen door de hervorming verdubbeld. Er is voor het Grondwettelijk Hof daardoor sprake van een belangrijk verschil ten opzichte van oude regelgeving wat de omvang van de projecten betreft.

Daaruit besluit het Grondwettelijk Hof dat de wijziging "een aanzienlijke achteruitgang van het recht op de bescherming van een gezond leefmilieu met zich meebrengt". En dat is in strijd met de standstill-verplichting inzake het recht op de bescherming van een gezond leefmilieu uit artikel 23, derde lid, 4° van de grondwet. Daarom vernietigt het Hof de bepalingen hierover in het BWRO.

Bron: Belga