Onderzoek Departement Omgeving: bedrijven en woningen zijn sterk verweven in Vlaanderen

In tegenstelling tot wat men doorgaans denkt, bevindt het grootste gedeelte van de economische activiteiten zich in Vlaanderen niet op bedrijventerreinen, maar in verweven omgevingen. Ongeveer 75 procent van de tewerkstelling gebeurt buiten de bedrijventerreinen.

Het Departement Omgeving van de Vlaamse overheid voert al enkele jaren onderzoek naar economische locaties en daaruit blijkt dat verweving tussen wonen en werken een feit is in Vlaanderen. Voor bedrijven kan dit een invloed hebben op hun manier van werken. Een bedrijf zal echter niet verhuizen omdat er bv. mobiliteitsproblemen zijn, maar enkel als het niet anders kan.

Een Vlaamse enquête uit 2018 toont aan dat men over het algemeen denkt dat bedrijvigheid zich vooral afspeelt op bedrijventerreinen. Nochtans speelt het grootste gedeelte van de economie zich af buiten bedrijventerreinen, in verweven omgevingen. Ongeveer 75 procent van de tewerkstelling gebeurt buiten de bedrijventerreinen. De bedrijventerreinen, inclusief de kleinere terreinen die ingebed zijn in het woongebied en de (lucht)havens, nemen in Vlaanderen een oppervlakte in van slechts 5 procent van het grondgebied. Er blijkt dus duidelijk een verschil te zijn tussen wat mensen denken en de feiten. Uiteraard horen bepaalde types van bedrijven zoals grote SEVESO-bedrijven thuis op een gescheiden bedrijventerrein.

Infographic Departement Omgeving

Historisch gegroeid, goed nabuurschap

Waar in Vlaanderen volgens het gewestplan de woonbestemming geldt, laten de voorschriften naast wonen ook allerhande economische activiteiten toe. Het is een gemengde omgeving die verweving mogelijk maakt. Behalve wonen komen er niet enkel kantoren en voorzieningen voor, maar ook (licht) industriële activiteiten.

Daarnaast zijn veel economisch bestemde gebieden of bedrijventerreinen omgeven door woongebied. Bedrijven kiezen er echter niet altijd voor om in een woonomgeving te zitten. Veel bedrijven zijn verweven doordat er in het verleden nieuwbouwwoningen in de omgeving gebouwd zijn of verweving op het bedrijventerrein toegelaten is. Door dergelijke transformaties in de omgeving van het bedrijf toe te laten, wordt veel van de reglementering en actieruimte door het wonen bepaald. Als er immers woningen in de buurt zijn, zal het bedrijf rekening moeten houden met overheidsregels zoals bijvoorbeeld afstandsregels, maar ook met de potentiële hinder die ze voor de omwonenden veroorzaken, zoals goederen- en werknemersvervoer, geluid bij activiteiten, geur,… Dat betekent dat het bedrijf zijn activiteiten anders zal moeten organiseren (bijvoorbeeld meer inpandig, geen laad- en losactiviteiten buiten de nachtrusturen en spitsuur vermijden …), dan wanneer het zich op een bedrijventerrein zou bevinden. Het brengt ook communicatie met de buurtbewoners met zich mee. Goed nabuurschap met bewoners vergt in het geval van grote bedrijven structurele communicatie-inspanningen, terwijl het bij kleinere bedrijven ook informeel kan.

Vastgoed speelt wonen in de hand

In de huidige vastgoedsituatie is woonvastgoed meer waard dan bedrijfsvastgoed, op uitzondering van enkele prestigieuze (winkel)panden. Een gemengde ontwikkeling zal minder opleveren dan een monofunctionele woonontwikkeling. Zolang er een voldoende aanbod is aan monofunctionele economische locaties, zal de prijs niet in het voordeel spelen van verweven economische locaties. Onder meer door de vastgoedsituatie is het dus niet makkelijk om in Vlaanderen bestaande verweven activiteiten verweven te houden en nieuwe verweven locaties te creëren. Nochtans biedt een verweven omgeving ook voordelen: het zorgt voor dynamische buurten en kan leiden tot lokale tewerkstelling, nabijheid tussen wonen en werken, duurzame verplaatsingen.

Besluit

Een bewustwording rond de verweving moet plaatsvinden bij zowel het beleid, als bij de bedrijven en de buurten. Voorbeelden van verweving tussen wonen en werken die goed functioneren, tonen aan dat goed nabuurschap een gedeeld verhaal is, met rechten en plichten bij de drie partijen. Dit impliceert dat communicatie tussen de partijen erg belangrijk is. Het beleid communiceert duidelijk over de randvoorwaarden ten opzichte van wonen en bedrijvigheid, er is een communicatieplatform of een soort klachtenpunt… en bovenal is er een houding van verdraagzaamheid en begrip voor de noden van de ander. Iedereen kan zo een rol opnemen in de ‘verweefcoaching’. Dit betekent verweving actief promoten en de kennisuitwisseling over dit onderwerp vergroten.

Het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) lanceerde een oproep naar steden en gemeenten voor de aanstelling van ‘verweefcoaches’. Steden en gemeenten kunnen subsidies gebruiken om zes voltijdse of twaalf halftijdse coaches aan te nemen. Deze oproep loopt nog tot 16 september (info https://www.vlaio.be/nl/andere-doelgroepen/oproep-verweefcoaching) . Tot slot is het ook goed om als overheid, ondernemer of particulier bewust te zijn van de vastgoedmechanismen en in te zien dat deze in de kaart van wonen spelen.

De onderzoeksrapporten kunnen geraadpleegd worden op ruimtelijkeordening.be