Polsslag FVB brengt evolutie aantal vrije beroepers in kaart: sector steekt voor het eerst de handel voorbij en wordt daarmee de grootste

In 2018 startten 119.000 personen met een zelfstandige activiteit, zodat België eind 2018 1.112.646 zelfstandigen telde. Bijna één derde van dit totaal aantal zelfstandige ondernemers beoefent een vrij beroep en zo wordt het vrije beroep voor het eerst de grootste beroepsgroep onder de zelfstandigen. Dat blijkt uit de Polsslag 2019, het jaarlijkse rapport waarin de Federatie Vrije Beroepen gegevens verzamelt over het vrije beroep.

Het vrije beroep steekt de handel voorbij

Lange tijd was de handel de sector waarin het grootste aantal zelfstandigen actief waren. In 2018 is dit voor het eerst de sector van het vrije beroep waarin thans 341.936 zelfstandigen actief zijn, tegenover 327.090 in de handel. Deze beweging is te verklaren doordat er in 2018 meer starters waren in het vrije beroep dan in de handel, terwijl er in de handel meer stoppers waren.



Het aantal starters in het vrije beroep mag dan nog steeds hoog liggen en hoger dan in de handel, toch zagen we in 2018 een terugval van 3,63 %, van 34.696 starters in 2017 naar 33.433 het afgelopen jaar. “Dat het aantal starters in het vrije beroep licht afneemt, is niet negatief” zegt Marieke Wyckaert, voorzitter van de Federatie Vrije Beroepen. “De massale groei van het aantal vrije beroepers de voorbije jaren heeft een enorme concurrentie tot gevolg waardoor het voor alle gevestigde vrije beroepers moeilijker wordt om het hoofd boven water te houden. Het feit dat het aantal starters in het vrije beroep licht afneemt tot een niveau vergelijkbaar met de andere sectoren, is eerder geruststellend.” Net zoals de voorbije jaren vinden we het grootste aantal starters bij de intellectuele vrije beroepen (22.204) gevolgd door de vrije beroepen in de zorgsector (8.657).



Vervrouwelijking in het vrije beroep zet zich verder door

Voor het zesde jaar op rij startten meer vrouwen dan mannen in het vrije beroep (51,55% tegenover 48,45%) wat de totale man-vrouwverhouding in het vrije beroep op 55,02%/44,98% brengt. Het aandeel van de vrouwelijke starters is het meest opvallend bij de paramedische beroepen (o.a. logopedisten, kinesitherapeuten, psychologen,…) waar 83,01% van de starters in 2018 vrouwen waren. De zorgsector in het algemeen wordt gekenmerkt door een groot aandeel vrouwelijke beroepsbeoefenaars: 64,15% vrouwen tegenover 35,85% mannen. De sector fiscaal/vastgoed blijkt de minst populaire sector voor zelfstandige vrouwelijke beoefenaars: slechts 23,30% van de zelfstandige ondernemers in deze sector zijn vrouwen.



Het vrije beroep als motor van jobcreatie

De tewerkstelling in het vrije beroep steeg in 2018 met 5,04%: de vrije beroepers stelden daardoor in datzelfde jaar 312.052 personen tewerk.

Meer dan de helft van de tewerkstellingen (56,95%) situeren zich in het Vlaamse Gewest, wat in lijn ligt met het aandeel van de zelfstandige vrije beroepers actief in het Vlaamse Gewest (57,83%). Opvallend is het verschil in gemiddelde omvang van de vrije beroepspraktijken naargelang het gewest. Zo zijn er in Brussel 6.728 werkgevers in het vrije beroep die allen samen 71.175 personen tewerkstellen, gemiddeld zijn er dus 10,58 werknemers per werkgever. In Vlaanderen zijn er 25.080 werkgevers in het vrije beroep die 177.568 personen te werkstellen, goed voor gemiddeld 7,08 werknemers per werkgever. In Wallonië ligt het gemiddelde nog wat lager met 5,22 werknemers per werkgever (63.062 werknemers voor 12.084 werkgevers).



Gezonde sector met belangrijke uitdagingen

De Polslag toont duidelijk dat het over het algemeen zeer goed gaat met het vrije beroep, al stellen er zich duidelijke uitdagen, zoals de toegenomen concurrentiedruk, zeker in bepaalde beroepscategorieën.



Download de integrale Polsslag van het vrije beroep