Premie voor verplicht archeologisch vooronderzoek

De Vlaamse regering keurde op 8 december een aanpassing van het onroerend erfgoeddecreet goed. Er komt onder meer een premie voor het verplichte archeologisch vooronderzoek met ingreep in de bodem.

Wie in Vlaanderen een groot project wil realiseren in een stad moet sinds de zomer van vorig jaar een archeologisch onderzoek laten uitvoeren, om een archeologienota te krijgen. Die nota is vereist om een bouwvergunning te kunnen aanvragen. Uit de sector kwam de kritiek dat het onderzoek in sommige gevallen veel te uitgebreid is en veel geld kost. Daarom werd vorig jaar al een eerste keer bijgestuurd en werd het vooronderzoek eenvoudiger gemaakt.

Nu komt er ook een premie voor het verplichte archeologisch vooronderzoek met ingreep in de bodem. De premie voor buitensporige opgravingskosten wordt verhoogd van 40 procent tot 80 procent.

Daarnaast komen er twee types erkende archeologen, voor het onderzoek met en zonder graafwerk. Er zullen dus meer archeologen in aanmerking komen voor een erkenning.

De bekrachtiging van archeologienota's door het agentschap wordt bovendien vervangen door een meldingsplicht en het aantal vrijstellingen van vooronderzoek wordt uitgebreid. Voor de aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning, omgevingsvergunning of verkavelingsvergunning is geen vooronderzoek meer nodig bij percelen die kleiner zijn dan 5.000 vierkante meter, in plaats van 3.000 vierkante meter.

Om het draagvlak voor beschermingen nog te vergroten zal in de toekomst voorafgaand aan een voorlopige bescherming ook al het advies van de eigenaar ingewonnen worden, naast dit van het betrokken gemeentebestuur, van verschillende departementen of agentschappen van de Vlaamse overheid en van de Vlaamse Commissie voor Onroerend Erfgoed.