Uitwerking 'betonstop' wordt doorgeschoven naar volgende Vlaamse regering

De Vlaamse regering zal er niet in slagen de regelgeving rond de betonstop volledig af te werken. De regering wordt namelijk geconfronteerd met juridische bezwaren van de Raad van State.

Zo vraagt het rechtscollege onder meer een plan-MER op te stellen rond het luik van de kwetsbare bossen. Om juridische procedures te vermijden, gaat de Vlaamse regering in op die vraag. Dat betekent concreet dat de finale uitwerking van de betonstop, de Vlaamse ambitie om vanaf 2040 geen open ruimte meer aan te snijden, een zaak wordt voor de volgende Vlaamse regering.

Even terug naar de zomer van 2018. Toen bereikte de Vlaamse regering een belangrijk akkoord over het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV), beter bekend als de 'betonstop'. Dat plan legt onder meer vast dat er in Vlaanderen vanaf 2040 geen open ruimte meer verloren mag gaan.

De ambities om dat plan uit te voeren, werden vervolgens in vier verschillende decreten gegoten, gaande van het instrumentendecreet tot het topbossendecreet. De Vlaamse regering had gehoopt om die decreten nog afgewerkt en goedgekeurd te krijgen. Het was ook een van de grote resterende werven van de nieuwe minister van Ruimtelijke Ordening Koen Van den Heuvel (CD&V).

Maar enkele juridische adviezen van de Raad van State hebben blijkbaar voor wat zand in de motor gezorgd. Zo vraagt het rechtscollege bijvoorbeeld dat er voor het topbossendecreet een plan-MER wordt uitgevoerd. En ook voor het luik van de woonreservegebieden suggereert de Raad van State een plan-MER, al is de eis daar minder dwingend.

Volgens Vlaams minister-president Geert Bourgeois kan zijn regering moeilijk anders dan die juridische opmerkingen ernstig te nemen. "Die decreten moeten absoluut een solide juridische basis hebben. Dit mag niet op juridisch drijfzand gebouwd zijn", aldus Bourgeois.

Door tegemoet te komen aan de kritiek van de Raad van State wil de Vlaamse regering juridisch getouwtrek rond de betonstop vermijden. Zo wordt er voor de topbossen een plan-MER opgestart en wordt ook voor de woonreservegebieden gekeken of en wanneer er een plan-MER nodig is.

De piste om verder te gaan met de andere, niet-betwiste, onderdelen van de betonstop was volgens minister-president Bourgeois geen optie. De vier betrokken decreten hangen volgens Bourgeois samen als één geheel.

Zowel Bourgeois als Van den Heuvel betreuren dat de huidige regering het dossier niet zelf kan afronden. "Het is belangrijk dat we op een stevige juridische basis kunnen verder gaan met dit dossier. De kentering op het vlak van ruimtelijk beleid is ingezet en we proberen de timing zo strak mogelijk te houden door meteen ook de procedure voor het plan-MER op te starten", legt Van den Heuvel uit.

Maar omdat een plan-MER snel enkele maanden in beslag neemt, wordt de finale uitwerking van de betonstop een zaak van de volgende Vlaamse regering.

Betonflop

Volgens Bruno Tobback van sp.a is de betonstop een betonflop geworden waarvan alleen grondspeculanten beter worden."De Vlaamse regering kondigde een betonstop aan, maar maakte het in de praktijk alleen maar erger", reageert Bruno Tobback. "De zes hectaren die per dag werden volgebouwd aan het begin van de legislatuur moesten verminderen naar vier hectaren en dan naar nul. Vandaag is er een stijging tot zeven hectaren per dag. Alleen grondspeculanten worden hier beter van, en de manier waarop de regering-Bourgeois het heeft aangepakt, doet geloven dat dit zeer doelbewust is. Al wie gehoopt had dat er echt gewerkt werd aan een beleid dat de ruimtelijke wanorde, de verkeerschaos en het verloederen van de natuur in Vlaanderen zou stoppen is er bij deze aan voor de moeite. En dan zijn er nog altijd politici die verbaasd zijn dat mensen op straat komen omdat ze deze hypocrisie beu zijn."

Bron: Belga