Vlamingen renoveren steeds minder doordacht. Experts trekken aan de alarmbel

De hoge vastgoedprijzen en strenge bouweisen hebben als gevolg dat verbouwers proberen te ontsnappen aan de vergunnings- en EPB-plicht. Resultaat: onsamenhangende ingrepen en woningen die onvoldoende comfort bieden en allesbehalve waardevast blijken op lange termijn. In een gesprek met de bouwsite Livios trekken specialisten aan de alarmbel. “De overheid kan en moet nog meer doen.”

Er zijn vorig jaar in België 22.573 bouwvergunningen uitgereikt voor residentiële nieuwbouw. Dat is een daling met 2,1% tegenover 2016, zo blijkt uit cijfers van statistiekdienst Statbel. Slechter is het gesteld met de renovatiemarkt. Het aantal vergunningen voor verbouwingen daalde van 27.283 in 2016 naar 23.943 vorig jaar, een afname met 12,2%. En dat is geen goed nieuws: als we de BENOvatiedoelstellingen van de Vlaamse overheid willen halen, moeten we de komende 32 jaar elk jaar 70.000 woningen renoveren tot E60.

Naar een oorzaak is het volgens specialisten niet ver zoeken: nog nooit waren huizen in ons land zo duur en nog nooit werden er meer woningen verkocht dan vorig jaar. We investeren steeds meer geld in vastgoed en gaan zware leningen aan, zodat er nog weinig overblijft voor een kwaliteitsvolle renovatie.

EPC+

De bouwsector verwacht een extra stimulans van de hervorming van de registratierechten. Dat zou gezinnen meer ademruimte geven om hun pas aangekochte woning te renoveren. Ook van de invoer van het EPC+ in 2019 wordt veel verwacht. Dat certificaat maakt niet alleen duidelijk hoe goed je woning scoort op energetisch vlak, maar geeft ook aan hoe je de energie-efficiëntie kan verbeteren en wat elke afzonderlijke ingreep kost. Dat zal niet alleen meer mensen over de streep trekken om hun huis of appartement grondig onder handen te nemen, het zal waarschijnlijk ook voor een prijscorrectie zorgen.

Meer ontzorgen

Vlaams minister van Energie Bart Tommelein (Open Vld) laat weten aan Livios dat de woningpas, die nog dit jaar wordt ingevoerd, moet bijdragen tot een renovatieadvies op maat. “Verder willen we de taken van de energiehuizen (de lokale instellingen waar je terechtkan voor advies over energiebesparing, red.) verruimen om verbouwers zo veel mogelijk te ontzorgen. Daarnaast blijven we inzetten op de energielening, zodat je je investeringen kan afbetalen met wat je bespaart op je energiefactuur. Sociale doelgroepen kunnen zelfs renteloos lenen.”

Tommelein pakte vorig jaar uit met de totaalrenovatiebonus, maar die werd in 2017 slechts 498 keer uitbetaald. “Zoiets heeft een doorlooptijd nodig, mensen hebben niet altijd de middelen om al die werken in één beweging te doen, net daarom is er een periode van vijf jaar voorzien waarbinnen je alle ingrepen moet uitvoeren. Uiteraard gaan we het systeem evalueren, maar nu is het nog te vroeg.”

Ten slotte wil de minister het kluwen aan energie- en renovatiepremies herbekijken. “Het moet eenvoudiger voor de burger. Vandaag komen renovatiepremies vanuit algemene overheidsmiddelen, de energiepremies zijn gesolidariseerd in de factuur. We moeten dus wel goed bekijken hoe we dat aanpakken. Wij zijn alvast vragende partij om dergelijke premies vanuit overheidsmiddelen te betalen.”

Laagdrempelig verbouwadvies

De vraag is of dat allemaal volstaat als we de BENOvatiedoelstellingen willen halen. “De overheid kan en moet nog meer doen”, stelt Benjamin Clarysse, beleidsmedewerker energie bij Bond Beter Leefmilieu. “We hebben nood aan laagdrempelig en goedkoop verbouwadvies in heel Vlaanderen. Een eerstelijnsloket in elke gemeente dat doorverwijst naar de provinciale steunpunten duurzaam bouwen en naar de verschillende lokale groepsaankopen en ontzorgingsinitiatieven. Zowat alle politieke partijen zijn het erover eens dat er ook nood is aan een stroomlijning tussen de verschillende renovatiepremies.”

Fiscaliteit

Volgens Clarysse is er ook een hervorming van de vastgoedfiscaliteit nodig. “Schenkingsrechten, onroerende voorheffing, registratierechten, btw en woonbonus moeten energetische renovaties en sloop en hernieuwbouw in de stads- en dorpskernen belonen. De renovatiemarkt aanzwengelen biedt niets dan voordelen: het is cruciaal om onze klimaatdoelstellingen te halen, het creëert tal van lokale jobs, verbetert onze handelsbalans én maakt ons minder afhankelijk van landen als Rusland en Saoedi-Arabië.”

Interne renovaties eerst

Netwerk Architecten Vlaanderen (NAV) maakt zich een andere bedenking. “Er wordt niet minder gerenoveerd dan vroeger, maar wel minder doordacht”, zegt Kati Lamens, voorzitter van NAV. “Door strengere energie-eisen bij renovatie, gestegen bouwkosten en afgenomen subsidies zien jonge eigenaars zich genoodzaakt om de werken te faseren. Ze geven voorrang aan interne renovaties (zoals een nieuwe keuken of badkamer, red.) en stellen de zogezegd dure ingrepen aan de gebouwschil uit voor later.”

Allesbehalve waardevast

Verbouwers doen volgens Kati Lamens vaak onsamenhangende ingrepen om te ontsnappen aan de vergunnings- en de daarmee samenhangende EPB-plicht. “Ze gaan doe-het-zelven zonder architect, maar met een bevriende aannemer, goede buur of handige neef als raadgever. Met alle gevolgen van dien. Stabiliteitswerken zonder studie of deskundig advies, gesubsidieerde isolatiewerken die geen rekening houden met de bouwfysische staat van de woning, bestaande vochtproblemen of koudebruggen en resulteren in een pand dat onvoldoende comfort biedt en op lange termijn allesbehalve waardevast blijkt.”

Daarom moet volgens Lamens de communicatie rond energiezuinig renoveren eenduidiger. “Vandaag wordt te veel nadruk gelegd op investeringen in eigen energievoorziening zoals zonnepanelen. Terwijl de goedkoopste energie de energie is die je niet verbruikt. Daarnaast zijn de totaalrenovatiebonus en de wirwar aan premies goed bedoeld, maar door hun complexiteit geen succes. Een audit door een architect helpt het maximum uit de investeringen en premies te halen.”

Bron: Livios/Tom Mondelaers