ACE-sectorstudie - Het beroep van architect in Europa in 2018

De ACE-sectorstudie is een tweejaarlijkse enquête die statistische, sociologische en economische gegevens verzamelt en analyseert over de Europese architecten, de architectuurmarkt en de architectenpraktijken. 

Op basis van de antwoorden van 30.000 architecten uit 30 Europese landen werd de zesde editie van de studie, die in 2018 werd uitgevoerd, verrijkt met nieuwe onderzoeksgebieden, waardoor het ongetwijfeld de meest uitgebreide studie over het beroep van architect in Europa is geworden en een essentieel referentie-instrument voor iedereen die geïnteresseerd is in het beroep van architect en de gebouwde omgeving.

De studie maakt het mogelijk om inzichtelijke vergelijkingen tussen de Europese landen te maken en zo een nieuw licht te werpen op de nationale situaties. Zij draagt bij tot een beter begrip van de gevolgen en de veranderingen die de economische crisis voor het beroep heeft teweeggebracht en geeft een gedetailleerd beeld van de nieuwe realiteit waarmee het beroep van architect moet worden geconfronteerd. 

1,3 architecten per duizend inwoners

Tussen 2008 en 2018 steeg het aantal architecten in Europa met 24%. In België bedroeg de toename 28%. In 11 landen, waaronder het Verenigd Koninkrijk, was de toename van het aantal architecten een stuk groter.  

Europa telde in 2018 562.000 architecten op een totaal inwonersaantal van 533,4 miljoen. Dat zijngemiddeld 1,1 architect per 1000 inwoners. Italië telt het grootste aantal architecten (160.000) gevolgd door Duitsland (110.000), Spanje (56.000), het Verenigd Koninkrijk (41.000) en Frankrijk (30.000). België (14.800) staat op een achtste plaats na Portugal en Griekenland, maar voor Polen en Nederland (10.600). Ook naar inwonersaantal telt Italië het meest aantal architecten (2,6 per 1000 inwoners). België telt 1,3 architecten per duizend inwoners, dat zijn er evenveel als in Duitsland. In Nederland is dat meer dan de helft minder, met 0,6 architecten per duizend inwoners.

Vrouwen jonger dan mannen

In de jongere leeftijdscategorieën zijn de vrouwen het best vertegenwoordigd (53% op de leeftijd van 30 jaar). Daarna neemt het aantal vrouwen geleidelijk af. Met 32% vrouwelijke architecten blijft België onder het Europees gemiddelde (39%). Landen met de hoogste percentages vrouwen (meer dan de helft) zijn Zweden, Noorwegen, Finland, Griekenland en Kroatië. Vergeleken met hun mannelijke collega’s werken vrouwen voornamelijk in loondienst of voor de overheid. Zaakvoerders en bedrijfsleiders zijn overwegend mannen. Ook opvallend: 2,5 keer meer architecten werkt parttime in vergelijking met 2008.

3 op 10 Europese architecten zijn jonger dan 40. In België is dit bijna de helft en is een vijfde zelfs jonger dan 30. Nog 3 op 10 Europese architecten is tussen 40 en 50. De gemiddelde leeftijd van vrouwelijke architecten ligt lager dan bij de mannen: 38% van de vrouwelijke architecten is jonger dan 40, tegenover slechts 20% bij de mannen. 20% van alle architecten studeerde in het buitenland. 8% werkte het afgelopen jaar in het buitenland.

België (mee) koploper in aantal werkuren, middenmoot in vergoeding 

Zelfstandige architecten in België presteren gemiddeld meer dan 50 uur per week. Enkel in Duitsland en Oostenrijk werken hun collega's even hard. Ook architect-medewerkers (privé-sector) presteren in België meer werkuren dan elders in Europa.

Kijken we naar het uurloon, dan vinden we België pas in de middenmoot; op een met Finland gedeelde 12de plaats. Het gemiddelde uurloon van architecten uit Oostenrijk, Denemarken, Luxemburg, Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Zweden, Ierland en Noorwegen ligt een beduidend stuk hoger dan dat van Belgische architecten. Ook architecten uit Duitsland, Frankrijk, Cyprus en Malta verdienen meer dan hun Belgische collega's. 

Aandeel particuliere woningbouw nergens hoger dan in België

Renovatie is goed voor 59% van alle opdrachten, nieuwbouw voor 41%. Met respectievelijk 57% en 43% leunt België heel kort aan bij het Europees gemiddelde. Particuliere woningbouw blijft in bijna elk land (uitgezonderd Zweden en Finland) met ruime voorsprong het belangrijkste segment (54%). België is hier Europees koploper met 74%. 51% van de opdrachtgevers is particulier, 10% ontwikkelaar, de overheid vertegenwoordigd 13%. Voor België is dit respectievelijk 61%, 12% en 8%.

4% van omzet komt uit buitenland

De Europese architectuursector genereerde in 2018 een omzet van 16.4 miljard euro. Met een omzet van bijna 570 miljoen euro staat België op plaats zes, na Duitsland (bijna 5 miljard euro), het Verenigd Koninkrijk en Italië (elk meer dan 2 miljard euro), Frankrijk (bij 1 miljard euro) en Nederland (0,8 miljard euro). Het gros van de omzet wordt in eigen land gegenereerd. Slechts 4% wordt gegeneerd in het buitenland.

Architecten toekomst rooskleurig tegemoet

In de meest Europese landen zien architecten de toekomst rooskleurig tegemoet en gelooft men dat de werkgelegenheid in 2019 zal toenemen. Enkel in Italië, Tsjechië en Finland ziet men een daling van het aantal opdrachten.

Klik hier om de volledige sectorstudie (EN) te downloaden. 

U kunt de hoofdstukken ook afzonderlijk downloaden:

Inhoudsopgave, voorwoord ACE-voorzitter, samenvatting en kerncijfers

Hoofdstuk 1: Architecten in Europa

Hoofdstuk 2: Architectuur - De markt

Hoofdstuk 3: Architectuur - De praktijk 

Hoofdstuk 4: Het individu

Landenprofielen