Belgische overheid misloopt zes miljard euro door complex en traag vergunningsbeleid
Dat het vergunningenbeleid in ons land dringend nood heeft aan vernieuwing, minder complex moet worden en er sneller geschakeld moet kunnen worden: het is een noodkreet die al langer hoorbaar is. Maar voor het eerst geeft de Beroepsvereniging van de Vastgoedsector (BVS) nu een actuele en volledige stand van zaken, en die is op z’n minst verontrustend. In coronatijden is de situatie er alleen maar op achteruit gegaan.
Het trage vergunningenbeleid heeft zo niet alleen een impact op de tijdsduur van heel wat bouwprojecten, maar ook op de tewerkstelling, overheidsinkomsten en het ondernemerschap in ons land. Vandaag wordt in ons land gemiddeld tegen maar liefst vier op de tien projecten beroep ingediend en ook corona zorgt voor een nog langere proceduretijd. De sector trekt daarom aan de alarmbel en wil naar zoveel mogelijk slimme en haalbare oplossingen zoeken die ook in budgettair moeilijke tijden kunnen helpen om de situatie eindelijk te verbeteren.
Niet langer werkbaar
Zo goed als alle vergunningsdossiers in ons land lopen vertraging op. Waar dit voor de coronacrisis reeds opliep tot gemiddeld drie jaar in Vlaanderen en Wallonië, en bijna vijf jaar in Brussel, komt er nu nog gemakkelijk een vertraging van gemiddeld zes maanden bij. Vlaanderen doet het nog het beste met een huidige gemiddelde vergunningsduur van drie jaar en tien maanden. Daarna volgt Wallonië met een gemiddelde wachttijd van vier jaar. Brussel neemt de kop met een gemiddelde duurtijd van maar liefst vijf jaar en acht maanden. Bij sommige projecten kan het zelfs oplopen tot 10 jaar. De sector vindt dit niet langer werkbaar.
Stéphane Verbeeck, voorzitter BVS: “Het vergunningenbeleid in ons land zit, zowel op federaal als regionaal niveau, te complex in elkaar. Zowel de werking van de Raad van State loopt stroef, alsook op gemeenteniveau draait het meer dan eens vierkant. Terwijl de gemeentes vaak volop bemand zijn om vergunningen te behandelen. Wat in het buitenland kan, kan in België blijkbaar moeilijker.”
6 miljard euro
De sectorvereniging BVS is duidelijk: niemand heeft baat bij deze jarenlange vertragingen. Uit de bevraging blijkt dat minstens vijf miljoen vierkante meter aan projecten - die inspelen op duurzame stadsvernieuwing en stadsverdichting - wachten om vergund te worden vooraleer de werven kunnen opstarten. In Vlaanderen alleen al gaat het om 2,5 miljoen vierkante meter. En dit is volgens de sectorvereniging nog een onderschatting. Daarnaast loopt ook de overheid hiermee aardig wat opbrengsten mis, want maar liefst 47 procent van de verkopen en ontwikkeling van deze projecten gaat naar belastingen.
“Als we de berekening maken van het aantal projecten die momenteel wachten op een vergunning, dan komen we al op bijna 6 miljard euro belastinggeld dat de staat momenteel misloopt. Enkel en alleen omdat de vergunningsprocedures niet vlot verlopen. Om niet te spreken van de gevolgen dat dit heeft op de tewerkstelling,” zegt Olivier Carrette, CEO BVS
Volgens de beroepsvereniging kan de sector niet alleen mee een oplossing bieden op de staatsschuld, maar ook op de tewerkstelling in ons land. Uit diverse berekeningen blijkt alvast dat voor elke 1 miljoen euro in de bouwsector 9 à 10 mensen kunnen tewerkgesteld worden. Concreet gaat dat alleen al voor de BVS-leden om maar liefst 56.000 tewerkstellingen in Vlaanderen, 47.000 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en 16.000 in Wallonië. Een gemiste kans in deze tijden, zo luidt het.
Concrete oplossingen
In naam van ruim 150 projectontwikkelaars benadrukt de sectororganisatie dat een vereenvoudiging van de procedures zich opdringt. De trage procedures zorgen voor een meerkost van heel wat bouwprojecten, die finaal in veel gevallen doorgerekend wordt aan de kopers.
Als oplossing op lange termijn wordt gewezen op het belang voor de gewestelijke overheden om nog meer in te zetten op digitalisatie.
Bron: Bereal