Eerste Ruimterapport toont versnippering van de ruimte in Vlaanderen

Vlaanderen is klein, maar we hebben een fraai palet van steden en dorpen, een sterk infrastructuurnetwerk en goed uitgebouwde voorzieningen. We nemen echter veel ruimte in en dan ook nog versnipperd. Het is precies die versnippering van de ruimte die als een rode draad loopt doorheen het eerste Ruimterapport van het Departement Omgeving.

Vlaanderen wordt namelijk gekenmerkt door veel kernen en bebouwingsconcentraties, grote woningen met een beperkte bouwhoogte en relatief grote tuinen, voorzieningen en bedrijven die verspreid zijn over het hele grondgebied, kleine landbouwpercelen, veel bomen maar weinig bossen, veel zonnepanelen en veel wegen die zorgen voor een versnippering van het landschap.

Het Ruimterapport beschrijft aan de hand van meer dan 350 kaarten, tabellen en grafieken hoe onze Vlaamse ruimte ingericht is en hoe we die gebruiken. Dit lijvige document beschrijft de huidige toestand van Vlaanderen op ruimtelijk vlak. Het volledige rapport met de negen hoofstukken is te vinden op www.ruimterapport.be 

Ruimtebeslag, verharding en open ruimte

Vlaanderen heeft een hoog ruimtebeslag. We nemen 32,5 procent in om te wonen, te werken, te ontspannen en ons te verplaatsen. Ook tuinen, pleinen, sportterreinen en parken zijn hierbij inbegrepen.

14,2 procent van Vlaanderen is verhard. Twee derde daarvan bestaat uit wegen, opritten, terrassen … en één derde is effectief bebouwd. Dat is hoog in vergelijking met het Europees gemiddelde van 7,2 procent verharding. In vergelijking met andere Europese landen hebben we echter wel veel inwoners t.o.v. de oppervlakte van Vlaanderen en toch wonen we aan lage dichtheden. Verstedelijkt gebied is niet dicht bevolkt en landelijk gebied is niet dun bevolkt. 

Wonen en voorzieningen

Vandaag scoren we -in vergelijking met andere Europese landen- bijna overal in Vlaanderen erg goed op het gebied van nabijheid van voorzieningen in kernen. In dit soort kernen woont zo’n 69 procent van de Vlaamse bevolking. Er zijn ondertussen ook in Vlaanderen kernen waar geen bakker, school of superette meer aanwezig zijn, maar globaal genomen doen we het nog steeds erg goed. 

25 procent van de Vlaamse bevolking woont in ‘een lint’. In totaal is er zo’n 13.000 km lintbebouwing in Vlaanderen. 

Mobiliteit

Hoe we ons verplaatsen, is een direct gevolg van waar we wonen, werken en ontspannen. Toch speelt de woon-werk afstand slechts een beperkte rol bij de woningkeuze. Vlamingen leggen jaarlijks 1.000 km meer af dan de gemiddelde Europeaan. Mensen die in landelijk Vlaanderen wonen, leggen hierbij de meeste kilometers af. 

Economie

De tewerkstelling in Vlaanderen is zeer gedifferentieerd. Vijf procent van Vlaanderen is voorzien voor bedrijventerreinen. Daar werkt ook effectief 25 procent van de bevolking. De overige 75 procent werkt heel verspreid. Hier kan je heel dikwijls spreken van ‘verweving’. Verschillende functies lopen door elkaar. Voor bijna alle sectoren vinden we het grootste aandeel tewerkstelling terug in verstedelijkt gebied. Tegelijkertijd wordt open ruimte alsmaar meer versnipperd door niet-agrarische ondernemingen.

www.omgevingvlaanderen.be/ruimterapport 

Bron: Departement Omgeving