Gemeenten geven derde van potentiële bouwgronden op

Gemeenten hebben aan Vlaamse minister van Omgeving Joke Schauvliege laten weten dat 4.000 hectare aan woonreserve geen potentiële bouwgrond moet blijven. Dat meldde De Standaard. Volgens de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) "een bewijs dat gemeenten een duurzaam beleid" voeren.

Het lot van de woonuitbreidingsgebieden, een bouwreserve van zowat 13.000 hectare, staat al langer ter discussie. Met de betonstop wil de Vlaamse regering vermijden dat er almaar meer open ruimte verloren gaat.

Volgens een bericht in De Standaard zijn de Vlaamse steden en gemeenten bereid mee te werken. Zo blijkt uit een bevraging bij die gemeenten dat zij bereid zijn 30 procent van het woonreservegebied - omgerekend 4.000 hectare - te laten vallen, aangezien er geen interesse is om het te ontwikkelen.

Minister Schauvliege kan de resultaten gebruiken bij het opstellen van een positieve lijst van woonuitbreidingsgebied dat wel aangesneden mag worden, en van een negatieve lijst van gebied dat onaangeroerd moet blijven. In dat laatste geval gaat het vooral om moeilijk bereikbare gronden of gronden in overstromingsgebied.

"Het is duidelijk dat er een draagvlak is om op korte termijn ongeveer 4.000 hectare aan woonreservegebied te schrappen", zegt de minister. Particulieren, landbouwers, bouwbedrijven ... die bouwgrond omgezet zien in natuurgebied, hebben recht op een schadevergoeding.

Bij de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) zien ze in de cijfers een bewijs dat de gemeenten "duurzaam" willen omgaan met de beschikbare ruimte. Het ligt volgens de VVSG ook in lijn met wat de gemeenten hebben aangegeven in hun structuurplannen. Het is nu aan de minister om de positieve en negatieve lijst op te maken. De VVSG vraagt wel om bij het verdere proces betrokken te blijven en vraagt ook om meer duidelijkheid rond de compenserende vergoeding.

Bron: Belga