Internship improved – nieuwe paden voor een volwassen stageproces. Een terugblik

Op donderdag 30 maart vond in Hogeschool PXL in Hasselt het tweede deel plaats van de vijfdelige debatreeks die de Vlaamse Raad dit jaar organiseert in het kader van 60 jaar Orde van Architecten. Onderwerp van gesprek dit keer was de architectuurstage. Dit is het verslag. Wil u nog meestemmen? Dat kan!

Moet de stage verplicht blijven? Voldoet de stage nog aan de verwachtingen? Waar ligt ruimte voor verbetering? Wat met de evaluatie van de stage? Wat lokt stagiairs naar het buitenland? En wat na de stage? Deze en nog veel meer andere vragen werden door moderator Goedele Wachters voorgelegd aan een vierkoppig panel. Ook nu kon het publiek stemmen over een aantal vragen en stellingen. De panelleden, dat waren: Naomi Van Campenhout, Kurvantai Zaitov, Frank Delmulle en Nicolas Blondeel. Bijdragen waren er van Nico Van Bockhooven (NL), Joris Pauwels en Moujan Mahdian.

In zijn inleidende presentatie belichtte Dag Boutsen, door de Koning benoemd lid bij de Orde van Architecten en hoogleraar aan de KU Leuven faculteit Architectuur, de situatie van de Belgische architect binnen de Europese context en hoe de stage en de toegang tot het beroep in andere Europese landen wordt geregeld. Hij gaf ook uitleg over hoe de stage bij ons verloopt en geëvalueerd wordt. Verder gaf hij ook een statistisch overzicht van het aantal studenten architectuur, en het aantal van hen dat vervolgens doorstroomt naar de stage en later naar het beroep van architect. Tot slot haalde hij ook nog een aantal argumenten aan waaraan een actualisering van de architecten aan de ... orde is. 

Het panelgesprek opende met de pollvraag: Moet de stage verplicht blijven?

  • 52%: Ja, iedereen die het beroep van architect wil uitoefenen, moet verplicht stage volgen.
  • 42%: Neen, enkel architecten die eindverantwoordelijkheid willen dragen over een project moeten verplicht stage hebben gevolgd.
  • 6%: Neen, de stage moet volledig vrijblijvend zijn.

Dat de stage verplicht moet blijven voor iedereen die projecten wil realiseren, daar waren de panelleden het unaniem over eens.
Voor Frank Delmulle is de stage een noodzakelijk verlengstuk van het onderwijs, zoals een practicum bij de opleiding geneeskunde. “Architectuur en het bouwen zijn complexe, dynamische materies. Je kunt dat niet uitsluitend uit boeken en van docenten leren. De stage is een aanvulling bij de opleiding van zaken die in een universiteitsomgeving niet bijgebracht kunnen worden. Het omzetten van kennis naar een reële context.”

Kurvantai Zaitov sluit zich daarbij aan: “Het behouden van de stage als een verplichting zou beginnende architecten zeker hun voeten op de grond houden. Zo weten ze wat er precies vasthangt aan de praktische zaken van het beroep. Later kunnen ze voor zichzelf alsnog de keuzes maken over welke verantwoordelijkheden ze willen opnemen.”

Ook voor Nicolas Bondeel moet de stage verplicht blijven voor al wie eindverantwoordelijkheid draagt over projecten in België. "We mogen hier immers niet vergeten dat de studie van vijf jaar echt onvoldoende kennis van de praktijk voorziet, hetzelfde met de wettelijke verplichtingen. De overheid in België blijft wetten en voorschriften bij produceren, elk jaar weer met uitbreiding. Er zijn weinig andere landen waarbij de overheid ervan uitgaat dat de architect alles controleert. In andere landen zijn dat andere instanties of de overheid zelf."

Naomi Van Campenhout vindt dat de vorm van de stage anders moet worden. "Het argument dat twee jaar stage voor iedereen een meerwaarde is om praktijkervaring op te doen is voor mij niet correct opgevat: iedereen die van school komt - van eender welke opleiding - moet ook nog praktijkervaring opdoen in het bedrijf waar ze aan de slag gaan. Wanneer je na 10 jaar verandert van werkgever, dan ga je toch ook niet twee jaar onderbetaald werken omdat je het bedrijf nog niet kent? Het misbruik in de architectuur om de stageperiode te zien als ‘betaal weinig, want het is maar stage’ moet er echt uit.”

Nicolas: "We evolueren al richting samengestelde architectenkantoren, waarin velen het beroep van architect volwaardig kunnen uitoefenen, zonder eerst een stage te hebben doorlopen. Uiteraard verwerven ook deze architecten werkervaring in dezelfde eerste jaren op de werkvloer en kunnen zij evenwaardig opgeleid worden en de boeiende job succesvol uitvoeren."

Voldeed de stage aan jullie verwachtingen?

Kurvantai: “Daar kan ik volmondig ja op zeggen. Dat heb ik natuurlijk ook te danken aan de goede stagemeesters. De ervaringen in het binnenland en in het buitenland lieten mij een andere kant van de stage zien.”

Ook voor Naomi was de stage inhoudelijk een succes. “Ik heb bewust gekozen om mijn stage te doen in een klein bureau waar ik meteen veel verantwoordelijkheden kreeg. Alle ingrediënten van die schaal projecten waren aanwezig. Maar zou ik, wetende wat ik nu weet, nog stage doen aan de minimumtarieven die de Orde voorschrijft? Nee. In de plaats van minimumtarieven zou de Orde beter een advies vermelden: “Verken de markt, overleg met anderen, bereken je minimale kosten, zet je sterktes in de verf. Laat je niet uitbuiten, je hebt ten slotte wel een masterdiploma op zak”."

De meeste opleidingstrajecten in Vlaanderen voorzien in korte praktijkstages. In de Academie van Bouwkunst Amsterdam heeft men een traject waarbij studenten 4 dagen per week werken en 1 dag op de studiebanken zitten. Hoe dat precies in elkaar zit, vertelt Nico Van Bockhooven, coördinator beroepservaring aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam. Bekijk de video hieronder.

Wat vindt ons panel van dit Nederlandse model?

Frank is niet meteen te vinden voor deze aanpak. “Architectuur is te veeleisend als studierichting. De combinatie studeren-werken is positief als het niet simultaan gebeurt en niet door elkaar loopt en waarbij de studie een aanhangsel wordt van het werk. Een jaar studeren en vervolgens 1 jaar werken lijkt ideaal."

Nicolas: "De studie dient echt veel meer interactie te omvatten. Ik heb zelf echt heel goeie ervaringen opgebouwd met studenten die tijdens hun studie architectuur, zelf aanknopen met een architectenkantoor om geregeld eens mee te lopen. Dit zowel in werfopvolging, als bij het ontwerpen en maken van uitvoeringsplannen en presentaties. Die ervaringen helpen hen om sneller te schakelen in de opleiding en dit werpt vruchten af. Een boodschap naar de studenten: blijf niet dobberen met twee à drie ontwerpopdrachten per jaar, maar creëer er tien tot twintig. Een architect in de praktijk moet quasi continu creatieve oplossingen bedenken. En daar moet de opleiding beter op inspelen: het afleveren van creatieve en andersdenkende mensen. Uiteraard moeten ze de vrijheid hebben om in nevensectoren aan de slag te gaan met deze capaciteit, die nergens elders aangeleerd wordt. Het Amsterdamse voorbeeld slaat echter wat door in de andere richting, waarbij er te veel gerekend wordt op de stagemeester om de opleiding te verzorgen. Hierbij stel ik wel de vraag wie deze stagemeester zal vergoeden voor deze opleidingsuren? De stagemeester dient om de praktische opdrachten te begeleiden, het onderwijs moet blijven zorgen voor de background en de evaluatie van het leertraject van de student."

Is de invulling van de stage nog aangepast aan de wijze waarop kantoren vandaag zijn samengesteld, met tal van specialisaties binnen in één en hetzelfde kantoor? Deze vraag werd voorgelegd aan de hand van een stelling.

Voor opname op de tabel van de Orde van Architecten:

  • 86%: Is het vereist dat alle deelaspecten van de volledige architectentaak (t.t.z. van voorontwerp tot eindoplevering) voldoende aan bod komen tijdens de stage.
  • 14%: Volstaat het doorlopen een stage die beperkt wordt tot slechts enkele deelaspecten van de architectenopdracht (bv. enkel ontwerpfase of enkel uitvoeringsfase).

Nicolas is het eens met deze uitslag en pleit nog steeds voor een allesomvattende stage als een breed fundament waarop kan worden verder gebouwd. "Het leren omgaan met klanten, aannemers, overheden: de opleiding omvat helemaal niks van intermenselijke kwaliteiten. Een eigen technisch ontwerp leren overeind houden, dat is ook een kunde die moet aangeleerd worden. Keuzeprocessen leren maken. Uiteraard zijn specialisaties best wel interessant, in andere creatieve branches, of bij uitvoerende bedrijven. Ik pleit er bewust voor om de twee jaar stage op twee verschillende plekken te nemen, bijvoorbeeld een klein architectenbureau waar je alles kort mee opvolgt, en een groot bureau waar de procedures aangeleerd worden. Al zijn er natuurlijk die enkel een bepaald aspect van het vak graag doen en zich daarop toeleggen, werfopvolging of ontwerpen, maar dan mis je de kruisbestuiving van het volledige proces."

Kurvantai wil meer keuzeruimte. “Men moet dit altijd in zijn context brengen. Elk kantoor en elke stage is anders, de praktische zaken worden op andere manieren aangeleerd.”

Voor Frank moeten niet per se alle deelaspecten aan bod komen in het stagekantoor. “De huidige stage gaat nog steeds te veel uit van de individuele dorpsarchitect terwijl een kantoor al geruime tijd groepswerk is geworden met veelzijdige verwachtingen.”

Naomi vraagt zich wel af hoever hierin kan worden gegaan. "Alle aspecten, dit omvat tegenwoordig zo verschrikkelijk veel dat dat voor geen enkele stage mogelijk is. Er zijn zo veel soorten projecten dat je nooit op twee jaar een volleerde restauratie-architect, renovatie-architect, solo-architect én team-architect kan zijn. Dat is onrealistisch en mag dus ook niet de bedoeling zijn. Spreken van een ‘allesomvattende’ stage vind ik een heel gevaarlijk iets, maar ‘gespecialiseerd’ als in enkel ontwerp of enkel werf, kan uiteraard ook niet de bedoeling zijn aangezien je op die manier niet kan verantwoorden dat je de verantwoordelijkheid van een project kan dragen."

Het thema van vandaag is Internship improved. Op welke vlakken kan de stage verbeterd worden?

Naomi: “De stage zou meer opgevat moeten worden als een kwaliteitskader, als een soort van minimale norm waaraan zelfstandige architecten, of vennoten of projectarchitecten met eindverantwoordelijkheid moeten voldoen. Niet enkel inhoudelijk, maar ook op gebied van deontologie. Het hanteren van correcte erelonen is daar een element van. Daarnaast zie ik de waarde van de Orde als toezichthouder en vind ik het goed dat er een evolutie is van controle naar begeleiding.“

Kurvantai is voor een individuele aanpak. “Ieder traject dat een stagiair aflegt is anders en zou dus op individueel vlak moeten geëvalueerd worden met het werk van de stagemeester in het achterhoofd."

Voor Nicolas hangt een succesvolle stage af van een goed mentorschap. "Laat ons niet meer spreken over stagemeesters, maar over mentors. De stagiair zou eigenlijk een mentale begeleider moeten hebben, de stagemeester als mentor dus, in een keuzetraject. Als architect sta je bij uitstek in een team dat moet aangestuurd worden, en waar je vele mensen een uniek ding moet laten samen maken. Een superbefaamd kantoor dat je maandenlang enkel presentaties voor wedstrijden laat maken, is eigenlijk geen goeie stageplek. Een goeie stage sluit aan bij het keuzetraject dat reeds van bij de studies dient aangezet te worden. Zo evolueert ook de visie over de stagecommissie: het traject reeds laten starten bij de studieperiode."

Frank wil meer aandacht voor het maturiteitsaspect: “De stage is er vooral om maturiteit en weerbaarheid te verwerven die leidt naar vastberadenheid en autoriteit en voor het verwerven van praktische competenties. De evaluatie voor opname op de tabel moet eerder de maturiteit aftoetsen in plaats van alle onderdeeltjes van de architectentaak te willen afvinken."

Moeten stagiair-architecten vanaf dag 1 de mogelijkheid hebben om eigen projecten te realiseren?

  • 59%: Ja
  • 41%: Neen

Naomi is voor. “Dit moet zeker kunnen, maar de steun van een mentor is wel een must." Ook Kurvantai gaat voor een ja. “Ze moeten de kansen krijgen om die te realiseren, natuurlijk in overleg met de stagemeester. Men leert het snelste door het zelf te proberen.”

Nicolas sluit zich daarbij aan: "Eigen projecten zijn een bijzonder goed instrument om versneld te leren in de praktijk. Wie wil leren zwemmen, mag geen schrik hebben om nat te worden. Er moet echter wel een redder aan de zijkant blijven staan, om niemand te laten verdrinken. De begeleiding van de mentor is daarbij een hele goeie tool. En de perfecte back-up. Een eigen project laat ook de complexiteit van het hele traject van een project heel goed aanvoelen."

Frank is eerder contra. “Beter een volleerde architect koppelen aan projecten en opdrachtgevers, dan een leerling-architect. De verantwoordelijkheid is groot en er is sowieso al weinig marge voor professionele architecten die hun werk nauwgezet opvolgen. Voor de ontwikkeling van de stagiair, zou ik zeggen: ja. Maar anderzijds is dat niet gemakkelijk realiseerbaar. Wie is eindverantwoordelijke als er iets misgaat? Welke verzekering komt er tussen? Die van de stagemeester? Die van de stagiair? Of die van beide?"

Momenteel bedraagt de duurtijd van de stage 24 maanden. Maar is dat wel voldoende om alle facetten van het beroep onder de knie te krijgen?

Frank: "Maturiteit en weerbaarheid die leidt naar vastberadenheid en autoriteit in een complexe omgeving verwerf je niet in twee jaar. Uit ervaring stellen we vast dat daarvoor eerder een periode van 5 jaar nodig is. Maar dat wil niet zeggen dat de officiële stage moet opgetrokken worden naar 5 jaar."

Nicolas: "We zijn al het uitzonderlijke land dat twee jaar stage vereist. En niemand is ooit volleerd. Het hele leven is een leerproces. Twee jaren volstaan om iemand bij stagecontrole de juiste evaluatie te kunnen geven tot geschiktheid tot het verantwoordelijke beroep. Als je op die twee jaren geen goede proef hebt genomen van het werkgebied, dan zal het daarna ook niet komen. De 24 maanden zijn echter wel een goeie periode om al het complexe veldwerk doorzwommen te hebben, in alle fasen van een looptraject van een project of opdracht."

Naomi: "24 maanden lijkt voldoende. De eerste jaren in een kantoor kan je ook bekijken als een opleiding."

De Orde van Architecten is verantwoordelijk voor de organisatie en opvolging van de stage. Wat vindt ons panel van het huidige evaluatiesysteem? Waar kan het beter?

Frank: "Voor mij moet de Orde zich zo weinig mogelijk inlaten met de stage en enkel faciliteren dat er aan het einde van een periode na de studie, van pakweg 5/6 jaar, een evaluatie komt op basis van een portfolio en dit door een team dat, wat mij betreft, bestaat uit steeds wisselende architecten met een voorbeeldige praktijk. Niet uit de Orde en niet uit het onderwijs. Na positief advies, kan dan toegang worden verleend tot de tabel en de uitvoering van het beroep. De evaluatie voor opname op de tabel moet eerder de maturiteit aftoetsen, in plaats van alle onderdeeltjes van de architectentaak te willen afvinken. Een aantal skills kunnen dan ook verworven worden buiten het stagebureau of in het buitenland. In plaats van de uitzondering, zou het ook eerder de regel moeten zijn om stagiairs 6 maanden in buitenland stage te laten doen en 6 maanden bij een aannemer te laten werken. De Orde zou dat moeten kunnen aanmoedigen."

Nicolas: "De Orde evalueert in de praktijk elke zes maanden en inhoudelijk verloopt dat wel goed. Degene die de boel willen belazeren door fake listings in te dienen, doen het zichzelf aan. De maandelijkse fiches zijn een goed instrument om in het oog te houden dat je de verschillende facetten en fasen voldoende aan bod laat komen. Voor mij is zo een maandfiche bijvoorbeeld een aanleiding om te zien: hé, ik heb te weinig tijd doorgebracht met mijn stagiair deze maand, of die is te weinig meegenomen geweest naar werven. Wat er echter echt anders kan en moet: de Orde dient ook de stagemeesters te evalueren. Ik begrijp nog steeds niet waarom ik als stagemeester niet mee mag naar de zesmaandelijkse evaluatie. Daar zitten immers confraters die ook een wijder inzicht kunnen geven of een vinger aan de pols houden. Zeker wanneer we eerder als mentor optreden, is een gezamenlijke evaluatie een must. Want laat ons eerlijk zijn, er lopen behoorlijk wat profiteurs onder de stagemeesters rond. Ik maak de vergelijking: als papa kan ik mijn kind niet meer leren autorijden zonder zelf enkele uren scholing te hebben volgen."

Kurvantai: "Een halfjaarlijkse evaluatie is goed voor de stagiair om zichzelf steeds in perspectief te brengen. De Orde kan het beter doen door de stage niet als een administratief gegeven te beschouwen. Als de Orde de kwaliteit in de sector zo hoog mogelijk wil houden, moeten ze de stage niet enkel zien als een proces om een project te kunnen realiseren, maar wel om architectuur te begrijpen in zijn context en toe te passen in een kwalitatief werkveld. Met als doel om de titel van architect niet te commercialiseren."

Volgens Naomi nodigt het huidige evaluatiesysteem helaas uit tot het voorliegen van de Orde. “Heel wat stagiairs worden vanuit hun stageplaats onder druk gezet bepaalde dingen te verbloemen, te verzwijgen, uren anders in te vullen, … de verhalen zijn legio. De meerwaarde van de stage is ook ver zoek op die manier. Bijvoorbeeld veel ingenieur-architecten gaan als ingenieur aan de slag bij grote kantoren en doen hun stage niet, maar kunnen zo alsnog mee ontwerpen, werven opvolgen, … Hier is ook niets mis mee omdat ze dat doen onder de vleugels van een verantwoordelijke architect. Waarom kan dit niet voor iedereen die als medewerker in een bureau wil werken? Een ander probleem bij de evaluatie is dat, wanneer de stagiair dan toch iets komt melden, de Orde weinig kan doen. Ze hebben momenteel geen stok achter de deur. Er is geen zwarte lijst van stagemeesters. Er zijn geen strenge kwaliteitseisen. Een neutraal aanspreekpunt voor stagiairs zou een goede zaak zijn."

Kurvantai: "Net zoals Naomi, vind ik dat we werk moeten maken van een neutraal aanspreekpunt, een soort ombudsdienst voor stagiairs."

Even een blik over onze landsgrenzen

Kurvantai liep stage in Bahrein. “De buitenlandse ervaring heeft mij op heel veel vlakken doen relativeren en architectuur anders doen bekijken. Dit is mede te danken aan de stagemeester en zijn ontwerpmethodiek en uitzonderlijke kijk op architectuur.”

Joris Pauwels, de projectarchitect van het Havenhuis Antwerpen behaalde zijn bachelordiploma aan Sint-Lucas Brussel, trok naar Londen voor zijn masteropleiding, en liep stage bij het Londense Foster & Partners. Na zijn stage ging hij als architect aan de slag in het hoofdkantoor van Zaha Hadid Architects. Vandaag, 20 jaar later, is hij er associate director. Hij vertelt over zijn gevolgde pad. Bekijk de video hieronder.

Moujan Mahdian volgde het parcours in omgekeerde richting. Als geboren Iraanse groeide ze op in Frankrijk. Ze behaalde haar masterdiploma aan de KU Leuven, campus Sint-Lucas Brussel. Zij getuigt over de hindernissen die ze ondervond om hier stage te kunnen lopen en te werken als architect. Ze vertelt over het traject dat ze samen met Dag Boutsen en Barbara Norro (Orde) ontwikkelde om buitenlandse stagiairs makkelijker toegang te verlenen.

Wat na de stage?

Voor Naomi was het van vooraf aan duidelijk. “Ik ben meteen als zelfstandige begonnen omdat het altijd al mijn ambitie geweest is een eigen bureau op te richten. Het was echter initieel niet de bedoeling dat meteen na de stage al te doen. Het is ook niet de bedoeling alleen te blijven werken. De keuze voor een eenmanszaak was voor mij een eerste stap, maar de overschakeling naar een vennootschap zal niet lang meer op zich laten wachten, evenals de eerste werknemer.“

Kurvantai gooit het over een andere boeg. Hij wil eerst de nodige ervaringskennis opdoen om later dan aan de slag te gaan binnen de academische wereld.

Hebben de ervaren rotten tips en advies voor deze twee startende architecten?

Nicolas: "Ze zijn allebei mondig en sterk genoeg om het te maken."

Frank: "Stage volg je niet enkel bij de stagemeester en architect word je niet enkel achter jouw computer. Kijk bewust rond naar wat er in de maatschappij gebeurt en heb interesse in elke vorm van cultuur: film, literatuur, muziek, kunst, theater, ... Blijf geëngageerd en geïnteresseerd. In manieren van aanpakken, in scenario’s en processen. Ga er niet vanuit dat alles vanzelfsprekend is. Zet in op people management. Kunnen omgaan met verschillende soorten mensen met telkens verschillende functies is primordiaal: van een Vlaamse metser over een Portugese pleisteraar en een Griekse dakbedekker, tot een nukkige verantwoordelijke bij onroerend erfgoed, een kortzichtige EPB-verslaggever, een eigenzinnige burgemeester, een koppige ingenieur. Heb interesse in mensen. Communicatie is één van onze grootste troeven."

De slotconclusie was voor Jo Meers, docent aan UAntwerpen, Erasmus coördinator en door de Koning benoemd lid van de Orde van Architecten. "We hoorden diverse meningen en argumentaties en ik vond het fijn vast te stellen dat die inhoudelijk niet verdeeld waren, maar verspreid over de diverse posities en leeftijden. Iedereen was het er over eens dat het beroep grondig verder leren na de studie ernstig genomen dient te worden. Er werd zelfs een paar keer geopperd dat twee jaar daarvoor kort is en het eigenlijk nooit ophoudt. De stage is een spanningsveld, maar het beroep blijft dat daarna nog steeds."

"Het hanteren van een afvinklijst blijft, toch alvast in de perceptie, redelijk problematisch. Het beroep is veel omvattender en breder dan bij het ontstaan van de stage, de omstandigheden zijn dat ook. Het woord vrijheid kwam ook een paar keer terug, vooral dan over de manier waarop de stage doorlopen wordt en kan worden. Verbetering is mogelijk, flexibiliteit kan een leidraad zijn. De maatschappelijke evolutie volgen, zal steeds nodig blijven en we dienen onze situatie ook steeds in internationaal perspectief te blijven plaatsen. De cijfers die Dag Boutsen hierover toonde in de inleiding, bewijzen dit nog eens. De evolutie van de stage hangt ook steeds samen met de evolutie van het beroep zelf."

"We kunnen toch wel stellen dat we aan een inhaalbeweging toe zijn. Of de hervorming grondig, dan wel beperkt moet zijn, daar hoeven we geen overmatige aandacht aan te schenken. We moeten gewoon samen de verbeterpunten in kaart brengen en aan de slag gaan. Goede zaken, zoals de gesprekken met de stagemeester en mentor, kunnen behouden blijven, maar aanscherping is allicht ook daar steeds mogelijk, zoals het invoeren van een ombudspersoon als het toch nog fout loopt."

"Het initiatief vanavond toont alvast dat de Vlaamse Raad van de Orde van Architecten dit serieus neemt en als een blijvend thema op de agenda wil zetten. Het vervolg zullen we zeker zo opvatten dat de diverse meningen en actoren aan bod kunnen blijven komen. Het opnieuw geïnitieerde overleg Onderwijs-Beroepsorganisaties-Orde wordt blijvend gemaakt en we zullen stagiairs en stagemeesters blijven betrekken. Het nut daarvan werd vandaag opnieuw bewezen. We nemen ook alle input mee op Vlaams en nationaal niveau en binnen de nationale commissie Stagehervorming. Echt landen zullen we met zijn allen moeten doen," besluit Jo Meers.

De Orde van Architecten bedankt alle sprekers, de moderator en alle aanwezigen.

Fotoreportage: Isabelle Pateer