Nieuwjaarsreceptie Orde van Architecten – Vlaamse Raad in teken van efficiëntere Orde en opwaardering beroep
Brussel, 1 februari 2024 – Een volle zaal van ruim 160 gasten heeft op vrijdag 26 januari in de Koninklijke Bibliotheek van België in Brussel deelgenomen aan de nieuwjaarsreceptie van de Vlaamse Raad van de Orde van Architecten. Naast mandatarissen en personeelsleden, waren er ook heel wat vertegenwoordigers van de beroepsorganisaties, de overheid, het onderwijs en andere partners. De ambities voor de komende drie jaar zijn duidelijk: een efficiëntere Orde, meer transparantie en communicatie, en een opwaardering van het beroep van architect.
In zijn welkomstwoord benoemde de nieuwe voorzitter ir. architect Jos Leyssens de harde realiteit: “2024 is een verkiezingsjaar en dat zal een impact hebben op de sector. Er wacht ons geen gemakkelijk, maar met zekerheid wel een boeiend en uitdagend jaar.”
Meer respect voor de sector
Jos Leyssens wil vooral werk maken van de opwaardering van het beroep. “Onze zeer grote maatschappelijke verantwoordelijkheid staat eigenlijk in schril contrast met de povere maatschappelijke appreciatie die wij vandaag ervaren. Het is de hoogste tijd voor een aanzienlijke opwaardering van ons mooie, maar zeer veelzijdige en complexe beroep.
Wij, architecten, moeten onze toegevoegde waarde veel meer in de verf gaan zetten. We moeten respect afdwingen en elkaar en onszelf meer respecteren.”
Jonge architecten krijgen stem in de Orde
22% van alle architecten is jonger dan 30 jaar. Daarom liet de voorzitter kort het woord aan een van de vertegenwoordigers van de nieuwe lichting, Enver Peeters. Eind september schreef hij een opiniestuk over de problematiek van de lage vergoedingen voor stagiair-architecten. Al snel volgde een resem aan reacties in de vorm van opiniestukken en persberichten. Enver Peeters legde de vinger op de wonde: “Stagemeesters die beweren dat de financiële gezondheid van hun onderneming in het gedrang komt wanneer de stagelonen stijgen. Zegt dat niet genoeg over de schrijnende situatie waarin de sector zich bevindt? We moeten niet alleen streven naar een betere verloning van de architect, maar we moeten ook werken aan de perceptie, het imago, ons imago, dat van de architect, dat van de Orde, in de uitbreiding van de bouwsector.”
Als antwoord op de bezorgheden van stagiair-architecten en van de jonge collega's, kondigde Jos Leyssens in het vervolg van zijn toespraak aan dat er veel transparanter zal gewerkt worden en dat jongeren betrokken zullen worden bij de werking van de Orde. Dit door vertegenwoordigers te laten deelnemen aan de werkgroepen. De stage wordt geactualiseerd en er komt een kader voor de voortgezette vorming.
Terugblik op vijfdelige debatreeks in kader van 60 jaar Orde
Met de vijf publieke debatten in het kader van haar 60 jarig bestaan, was 2023 een intens jaar voor de Vlaamse Raad van de Orde van Architecten. De conclusies die voortvloeiden uit elk debat werden samengevat in vijf video’s. Na elke video lieten telkens twee praatgasten hun licht schijnen op een aantal stellingen. Moderator was opnieuw Goedele Wachters.
Zijn architecten voldoende ondernemers? Worden ze voldoende gerespecteerd en vergoed? Gesprekstof genoeg voor het eerste gesprek met Dirk Mattheeuws (Netwerk Architecten Vlaanderen) en Bart Hoylaerts (A2O architecten | UHasselt). “In andere sectoren is er geen discussie over het ereloon, er wordt gewoon gezegd wat er per uur gerekend wordt. En daar wordt niet over onderhandeld. Bij architecten bestaat die gewoonte niet”, stelde Dirk Mattheeuws.
Bart Hoylaerts vulde aan: “Van architecten wordt meer en meer verwacht. We moeten meer doen dan vroeger en worden er minder voor betaald. Architecten moeten ook collegialer zijn. Als wij in een onderhandeling gaan, dan weten we als we ergens een streep trekken dat er altijd wel een collega zal zijn die onder die streep zal gaan. Maar vaak komt dit gewoon omdat men het voorgestelde project heel graag wil doen.”
Over de stelling dat architecten als enigen altijd de eindverantwoordelijkheid dragen, zei Bart Hoylaerts: “Onze eindverantwoordelijkheid is gigantisch. Gaat er iets mis, dan komt men naar ons. Als we dan al onderbetaald zijn, hebben we een dubbel zo groot probleem. Ik denk dat er een bereidheid is van architecten om die verantwoordelijkheid te dragen. Maar dan moeten we er ook voor betaald worden.”
Naomi Van Campenhout (atelier n_ | Starten en starters) en Sarah Poot (poot architectuur | KU Leuven) schoven aan voor het tweede gesprek van de avond over de stage. Voor stagiair-architecten is de Orde nog te weinig toegankelijk en te weinig transparant. Een neutraal aanspreekpunt voor stagiairs zou een goede zaak zijn. Kijkstages tijdens de opleiding worden aangemoedigd.
Ook wat er van een stagemeester moet verwacht worden en de vergoeding van de stage, kwamen uitgebreid aan bod. De stage zou flexibeler moeten kunnen ingevuld worden. Volgens Naomi Van Campenhout moeten stagiair-architecten ook niet allemaal meer generalisten zijn.
Betere communicatie met het werkveld
Moet de Orde zijn opdracht verbreden? Is het onderscheid tussen de Orde en de beroepsverenigingen duidelijk? Deze vragen werden voorgelegd aan het derde duo van de avond: Sophie De Caigny (Vlaams Architectuurinstituut) en Luc Buelens (Architectenbureau Buelens | Orde van Architecten). “De Orde moet werken aan een betere communicatie met het veld en pas dan denken aan een verbreding. Veel architecten, zeker de jongere architecten vragen zich af wat de Orde doet. De taken staan dan wel duidelijk op de website, maar hoe ze worden uitgevoerd is veel minder duidelijk,” zei Sophie De Caigny. Luc Buelens was kritischer: “Het grote publiek weet niet wat de Orde doet. Ze is totaal niet in beeld.”
De Orde heeft een maatschappelijke rol. Moet ze dan niet beter gefinancierd worden door de overheid, in plaats van door de architecten? Volgens Sophie niet. “Als je betaald wordt door de sector, dan ben je een gesprekspartner van die overheid, maar ben je er niet van afhankelijk.”
Aanbevelingen voor een correct ereloon
Tijdens het vierde gesprek, met Kristiaan Borret (Bouwmeester Brussels Hoofdstedelijk Gewest | UGent) en Oana Bogdan (&bogdan), kwam onder meer het ereloonvraagstuk aan bod. Kristiaan Borret heeft hierover een duidelijke mening: “Architecten moeten meer terugkrijgen voor hun bijdrage. De Orde zou een beter framework moeten bieden voor de correcte uitoefening van het beroep. Het is jammer om te zien dat wanneer bij een wedstrijd het ereloon vrij is, architecten zelf onder de limiet duiken. Wij moeten het ereloon vastleggen om de architect te beschermen tegen zichzelf. Ik denk dat de Orde en NAV eigenlijk geen barema's kunnen invoeren zoals dat vroeger het geval was, omdat Europese wetgevingen in de weg staan. Maar ze zouden wel aanbevelingen voor de berekening van een correct ereloon kunnen communiceren. Dan hebben de uitschrijvers van architectenopdrachten zoals onder andere bouwmeesters, andere gemeentebesturen, gewesten en ook de private opdrachtgevers daar een houvast aan."
Kristiaan Borret en Oana Bogdan mochten blijven zitten voor het vijfde en laatste gesprek van de avond. Over competenties en vaardigheden. Voor Kristiaan Borret is het architectenbureau van de toekomst altijd een collectief van verschillende mensen met zeer diverse disciplines. “Het is wel juist dat ondernemingsskills in de architectuurwereld niet voldoende aan bod komen. En die zijn nochtans nodig. Want een financieel-economisch gezond bedrijf is gemakkelijker in staat om kwaliteitsvolle architectuur te leveren.”
Oana Bogdan sloot af met een positieve noot: “Je kunt zeggen: amper 10% wordt nog praktiserend architect, de opleiding mist z’n doel. Maar je kunt ook zeggen: “ 90% slaagt erin succesvol te zijn buiten de architectuur. Dat wil zeggen dat je in die opleiding toch wel meer leert dan huizen bouwen. Architecten slagen erin om heel veel verschillende verwachtingen, claims, noden, eisen te bundelen in één ontwerp. Dat is een kwaliteit die wij als architecten toch echt wel hebben."
Meer communicatie, meer betrokkenheid, meer efficiëntie
In zijn slotwoord pleitte Jos Leyssens voor een betere Orde met meer openheid en transparantie, en met een betere communicatie naar de leden en naar de buitenwereld. De betrokkenheid van de ingeschreven architecten moet worden vergroot. De Orde zou ook moeten fungeren als kenniscentrum van en over het beroep van architect, met de duidelijke focus op gericht en regelmatig sectoronderzoek. Tot slot brak Jos Leyssens nog een lans voor een betere aanpak van de problematieken waarmee onze architecten in hun dagdagelijkse praktijken worden geconfronteerd.
Maar hij wil vooral ook streven naar een sector die – in tegenstelling tot zo vaak in het verleden - met één stem spreekt, en die juist daardoor veel meer gehoord zal worden door de beleidsmakers en door de maatschappij.
Na afloop van de toespraken en panelgesprekken werd er feestelijk geklonken op het nieuwe jaar.
Laatste aanpassing: .